Toets jezelf

 

Casus Meneer Disk, CARA/COPD

Meneer Disk (75 jaar) is vroeger zelfstandig ondernemer geweest. Hij was hierin zeer succesvol. Meneer trouwde al op jonge leeftijd met Jolanda. Samen kregen ze vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Het jongste meisje Nienke heeft het syndroom van Down en heeft het verstandelijk niveau van een kind van vijf.

Mevrouw Disk is altijd geweest om voor haar kinderen te zorgen. Ze cijferde zichzelf weg, want vooral Nienke vroeg veel zorg en aandacht. Nienke ging dagelijks naar een dagopvang. De andere kinderen groeiden zonder problemen op. Drie kinderen zijn getrouwd. Een dochter woonde in de buurt en kwam minstens een keer per week langs. De oudste zoon had het bedrijf overgenomen en de andere zoon had een goede functie bij een verzekeringsmaatschappij.

Meneer Disk kreeg lichamelijke klachten. Hij kreeg last van chronische bronchitis, waardoor hij steeds weer kortademig was. Toen zijn vrouw 71jaar was is zij plotseling overleden. Nienke woonde nog steeds bij hen in huis, al was er wel een aanvraag gedaan voor een gezinsvervangend tehuis. Nu kwam alles in een stroomversnelling op gang en kon Nienke na veertien dagen een plaatsje krijgen.

Meneer Disk was thuis, na het overlijden van zijn vrouw, sterk vereenzaamd. Hij bleek niet meer zoveel vrienden te hebben als hij vroeger wel eens gedacht had. Hij voelde zich vaak in de steek gelaten. Hij vond het vervelend dat hij niet voor Nienke kon blijven zorgen. Hij vroeg zich af of ze in het tehuis waar ze nu was wel zo goed voor haar zorgden als zijn vrouw had gedaan. Hij kwam niet of nauwelijks de deur uit en wilde weinig bezoek ontvangen. De wijk-verzorgende kwam nu een keer per week. Hij vereenzaamde steeds meer. Op het laatst liet hij alleen de wijk-verzorgende nog binnen. Hij ging zichzelf verwaarlozen. Samen met de kinderen werd besloten om meer thuiszorg aan te vragen en een aanvraag in te dienen voor opname in het verzorgingshuis ‘Keukenhof”.

 

Huidige situatie:

Meneer Disk woont sinds anderhalf jaar in verzorgingshuis ‘Keukenhof”. Hij heeft het nu wel naar zijn zin, maar in het begin was het wel wennen.

Meneer Disk is CARA-patiënt (chronische aandoening aan de luchtwegen met regelmatig voorkomende ontstekingen aan de luchtwegen), waardoor hij kortademig is en benauwd bij inspanning. Hij kan zichzelf niet helemaal wassen. Omdat Meneer Disk het vaak benauwd heeft, eet hij erg weinig waardoor hij de laatste maanden sterk vermagerd is. Ook zijn lichamelijke verzorging laat te wensen over. Meneer is grotendeels ADL afhankelijk.

Het kost hem teveel inspanning. Ook heeft hij moeite met slapen. De laatste dagen heeft hij last van veel hoesten, hij kan zijn slijm niet ophoesten. Meneer raakt daardoor steeds vaker ernstig benauwd.

 

 

Vraag 1

 

Hieronder staan drie zorg-problemen. Het is nu de bedoeling dat je bij deze zorgproblemen, zorgdoelen gaat formuleren. Vervolgens beschrijf je per zorgdoel, twee acties die jij als verzorgende kunt uitvoeren.

 

 A.

 

P. Meneer Disk heeft veel last van taai slijm en volzitten.

 

E. CARA (COPD) chronische longziekte

 

S. * Hij voelt zich daardoor uitgeput.

 

* Beperkt in de ADL

 

* Is benauwd.

 

* Versnelde ademhaling.

 

B

 

P. Meneer Disk kan een aantal ADL- handelingen niet meer zelf uitvoeren.

 

E. Benauwdheid ten gevolge van CARA/COPD

 

S. * kan geen handelingen uitvoeren boven schouderhoogte, omdat de schouderspieren in gebruik zijn voor de hulpademhaling. Bv. scheren, haren kammen, gezicht wassen.

 

* kan geen handelingen uitvoeren in bukkende houding bv. Voeten wassen, sokken aantrekken.

 

* Heeft de neiging zich te verwaarlozen, verzorgd zichzelf slecht.

 

C.

 

P. Meneer Disk voelt zich onbehaaglijk door het vele transpireren.

 

E. Benauwdheid en kortademigheid.

 

S. * Transpireert erg veel

  • * Nat voorhoofd.
  • * Kleding is vochtig.
  • * Meneer ruikt sterk naar transpiratie.

 

 

 

Situatie

 

Meneer Disk heeft veel moeite met het ophoesten van taai slijm. Hij heeft een zogenaamde in-productieve hoest. Dat wil zeggen dat hij een hoestprikkel heeft, gaat hoesten, maar dat het slijm in zijn longen en luchtwegen achterblijft. Van de dokter heeft hij slijmoplossende medicijnen gekregen.

 

De dokter wil dat meneer fysiotherapie krijgt. De fysiotherapeut kan met kloppen e het aanleren van een goede hoesttechniek meneer helpen om zijn slijm kwijt te raken.

 

 Vraag 2

 

Als verzorgende moet jij contact leggen met de fysiotherapeut. Je besluit dit schriftelijk te doen. Hieronder staan een aantal situaties waarbij een andere discipline nodig is.

 

Vul op je antwoordblad in welke discipline in welke situatie thuis hoort.

 

 

 

  1. Zorgvrager heeft koorts en een droge hoest…………………………………………
  2. Zorgvrager heeft geen eetlust en een slechte voedingstoestand……………………..
  3. Zorgvrager kan niet accepteren dat hij niet meer kan lopen…………………………
  4. Zorgvrager is verward en je weet niet zeker of hier sprake is van een dementeringsproces……………………………………………………………...
  5. Een zorgvrager die terminaal is zit met een aantal levensvragen……………………
  6. Zorgvrager heeft een verstoord waak/dag-ritme en slaapt overdag veel en is passief…………………………………………………………………………….
  7. Een zorgvrager met reuma kan bij het eten zijn bestek niet goed hanteren……………………………………………………………………………
  8. Een zorgvrager met een CVA rechts, heeft slikproblemen………………………..

 

 

 

 Situatie

 

Het is het begin van je avonddienst, je leest de volgende zorgrapportage van meneer Disk. “Meneer Disk was vanmiddag ernstig benauwd, hij had een versnelde ademhaling. Ik heb hem een zetpil gegeven waarna de benauwdheid minder werd.

 

Vraag 3

 

a. Is deze rapportage objectief, motiveer je antwoord?

 

b. Wat mis je in deze rapportage, noem 3 zaken?

 

c. Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve rapportage?

 

d. Benoem twee voor en twee nadelen van mondelinge rapportage?

 

e. Benoem twee voor en nadelen van schriftelijke rapportage?

 

 

 

Situatie

 

Meneer Disk wordt nachts vaak wakker. Dit door het vele hoesten en zijn benauwdheid. Hij heeft geen moeite met inslapen, maar wanneer hij eenmaal slaapt wordt hij met tussenpozen wakker. Omdat hij doodvermoeid raakt van het hoesten slaapt hij vervolgens weer in, maar niet voor lange duur. Hij kan zijn draai in bed niet vinden en slaapt op twee kussens. De ventilatie in de kamer is niet optimaal. Er staat geen raam open en meneer laat de verwarming aan ’s nachts.

 

Vraag 4

 

Formuleer een zorgprobleem naar aanleiding van deze situatie, doe dit volgens de PES methode.

 

Situatie

 

Meneer Disk geeft aan zich moe en lusteloos te voelen, hij heeft zelfs geen trek meer in zijn eten.

 

Vraag 5

 

a. Formuleer maximaal 4 anamnesevragen die je kunt stellen om deze situatie duidelijk te krijgen.

 

b. Noem twee observaties die je kunt doen bij een zorgvrager die het benauwd heeft.

 

 

 

Situatie

 

De situatie van Meneer Disk wil maar niet verbeteren, hij blijft het benauwd hebben en moeite hebben met het ophoesten van slijm. Ook is hij aan het vermageren. In een week is hij al5 kgafgevallen. Het vermoeden bestaat dat hij te weinig heeft gedronken, iets wat natuurlijk wel belangrijk is wanneer je zoveel transpireert. Ook heeft meneer koorts gekregen 38 graden. Hij is erg angstig te gaan stikken. De dokter besluit meneer te laten opnemen in het ziekenhuis. De longarts moet maar eens goed naar meneer kijken en hem stabiel proberen te krijgen met de juiste medicijnen.

 

 

 

Vraag 6

 

Schrijf een korte overdracht voor de verpleegsters van het ziekenhuis. Vermeld hierin tenminste;

 

- de ontwikkeling van het probleem,

 

- hoe meneer gereageerd heeft op de door jouw geplande acties bij de in vraag 1 geformuleerde verpleegproblemen (je mag best een beetje fantasie gebruiken).

 

- Hoe de momentele toestand is.

 

 Doe dit in maximaal 15 zinnen!!!!!!

 

 

 

Vraag 7

 

Wat is een proces-evaluatie, en wat is een productevaluatie?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoordmodel casus Meneer Disk

 

 

 

Vraag 1

 

Zorgdoel bij A

 

 

 

Binnen een week vertelt meneer Disk dat hij zijn slijm kan ophoesten dankzij de aangeleerde hoesttechniek van de fysiotherapeut. Hij zegt niet meer benauwd te zijn.

 

 

 

Acties bij A

 

- Zorg voor een schone sputumbak, tissues en fris water.

 

- Stimuleer meneer tot ophoesten.

 

- Observeer op techniek en produktie,

 

- neem eventueel het hoesttechnieken nog eens door met meneer.

 

- Medicijnen geven.

 

- Instrueren een goede rechtopzittende houding aan te nemen bij het hoesten.

 

- ………………………………………………………………

 

 

 

Zorgdoel bij B

 

 

 

Binnen twee weken kan Meneer Morgen zijn boven en onder-lichaam zonder hulp zelfstandig wassen en drogen. Ook kan hij zelf zijn kleding uit- en aantrekken.

 

 

 

Acties bij B

 

- Met meneer overleggen waartoe hij wel of niet in staat is.

 

- Met meneer een dagschema opstellen wat betreft de lichamelijke verzorging.

 

- Maak afspraken over het tempo en de verdeling van zorg over de dag.

 

- Geen handelingen doen die boven schouderhoogte komen, zoals scheren en haren kammen, tanden poetsen.

 

- Leren om tijdens de uitademing de handelingen uit te voeren.

 

- Hulpmiddelen gebruiken, zoals een krukje om zijn schoenen te strikken.

 

- …………………………………………………………

 

 

 

Zorgdoel bij C

 

 

 

Binnen drie dagen zegt meneer zich fris te voelen, ondanks dat hij nog veel transpireert.

 

 

 

Acties bij C

 

extra hygiënische verzorging 3 x daags.

 

- Observeer of meneer in staat is,zichzelf regelmatig te verfrissen.

 

- Zorg dragen voor goede ventilatie.

 

- Twee maal daags de lichaamstemperatuur meten.

 

- Goede kamertemperatuur.

 

- Gebruik goede deodorant.

 

- ………………………………………………………………………….

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

 

 

 

  1. arts
  2. diëtiste
  3. psycholoog
  4. psycholoog
  5. pastor
  6. activiteitenbegeleiding/arts
  7. ergotherapeut
  8. logopedie

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 3.

 

 

 

a. Deze vraag is niet objectief omdat de benauwdheid niet goed wordt omschreven, ook weten we niet hoe snel zijn ademhaling is, ook niet welk medicijn de zetpil bevat en de docering. Ook weten we niet na hoeveel tijd de benauwdheid minder werd.

 

 

 

b. zie boven

 

 

 

 

 

c. Objectieve rapportage gaat over feiten die op dezelfde manier ook door een ander kunnen worden vastgesteld.

 

Subjectieve rapportage is een combinatie met feiten, gevoelens en oordelen of conclusies.

 

 

 

 

 

d. Voordelen mondelinge rapportage.

 

- informatie meteen door kunnen geven.

 

- kunt informatie meteen toelichten.

 

- je kunt zaken benadrukken tijdens een gesprek.

 

- je kunt zien hoe de ander reageert op de informatie.

 

- ……………………………………………..

 

Nadelen mondelinge rapportage.

 

- informatie is achteraf niet meer na te zoeken.

 

- De een vertelt beter dan de ander.

 

- Kan niet altijd goed onthouden worden.

 

- ……………………………………………..

 

 

 

 

 

e. Voordelen schriftelijke rapportage

 

- het is terug te lezen.

 

- kan door iedereen gelezen worden.

 

- wat opgeschreven is kan bestudeerd worden.

 

- ………………………………………………

 

Nadelen schriftelijke rapportage.

 

- Schrijven kost meer tijd dan vertellen.

 

- Je moet goed opletten wat je schrijft of dat ook wat je bedoeld hebt.

 

- ……………………………………………………

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 4

 

 

 

P Meneer wordt s’nachts vaak wakker

 

E Door hoesten

 

S - slaapt goed in

 

- wordt met tussenpozen wakker, slaapt door moeheid dan weer in, maar kort.

 

- kan zijn draai in bed niet vinden

 

- kamer is slecht geventileerd

 

- verwarming staat ’s nachts aan.

 

 

 

 

 

Vraag 5 a

 

- Op welk moment van de dag voelt u zich het meest lusteloos en moe?

 

- Wilt u dit gevoel eens uitgebreider omschrijven?

 

- Wanneer hebt u het minst trek in eten, is dit bij het ontbijt, middageten of avondeten?

 

- Wat doet u als u zich moe en lusteloos voelt?

 

- …………………………………………………………………………….

 

 

 

Vraag 5 b

 

- gebruik hulpademhalingsspieren

 

- is er een hoorbare ademhaling en wat hoor ik dan, bv piepen bij inademen

 

- ziet de zorgvrager blauw bij zijn vingernagels

 

 

 

Vraag 6

 

Het gaat er om dat de student exacte informatie vermeld. In ieder geval moet duidelijk worden dat de toestand van deze zorgvrager is verslechterd en hoe zijn momentele toestand is.

 

Ook moet beschreven staan hoe het verloop is geweest. Niet te medisch, maar zorg-gericht.

 

 

 

 

 

Vraag 7

 

 

 

Een procesevaluatie gaat over de manier hoe aan de zorgdoelen is gewerkt, je gaat na of alle stappen die je gezet hebt in de uitvoering van de zorg goed zijn geweest.

 

 

 

Een productevaluatie gaat erom of de zorgdoelen bereikt zijn.