Standaard verpleegplan
Verpleegplan Verstoord slaappatroon (ICIDH s 22) |
|
A Verpleegkundige diagnostische termen * Definitie: Verstoring in de kwaliteit en kwantiteit van het slaappatroon. (Hieronder wordt niet verstaan een verstoord dag-nachtritme.) |
|
* Beïnvloedende factoren a psychose b lichamelijke aandoening c verslaving aan alcohol of drugs d angst e depressie f pijn g emotionele stress h lawaai i onregelmatig leef- of werkpatroon j sociale problematiek k oncomfortabele slaapaccommodatie |
* Bepalend kenmerk 1 inslaapproblemen * Aanwijzingen 2 doorslaapproblemen 3 overmatig slapen 4 vroeg wakker worden 5 veelvuldig onderbroken slaap 6 sufheid overdag 7 vermoeidheid overdag 8 concentratieproblemen |
B Verpleegdoelen 1 Cognitieve verpleegdoelen 1a Verwoordt factoren die leiden tot slaapstoornissen. 2 Affectieve/sociale verpleegdoelen 2a Ervaart een toename in welbevinden ten gevolge van verbeteringen in het slaappatroon. 3 Psychomotorische verpleegdoelen 3a Valt binnen.. minuten in slaap. 3b Geniet een dusdanige nachtrust dat het functioneren overdag optimaal is. 3c Slaapt het voor hem/haar benodigde aantal uren aaneengesloten. |
|
C Verpleegkundige interventies 1 Directe zorg 1a Verminderen of opheffen van factoren die de slaap ontwrichten. 1b De mogelijkheid scheppen om met de patiënt eventuele zorgen, stresssituaties of angsten die overdag spelen door te spreken. 1c Een duidelijke dagstructuur aanbieden waarin de patiënt de nodige activiteiten heeft. 1d Duidelijke afspraken maken met de patiënt omtrent bedtijden en hem ondersteunen in de naleving hiervan. 1e De patiënt stimuleren geen koffie, thee of andere stimulantia te gebruiken voor het naar bed gaan. 1f Zo nodig aanbieden van medicatie op voorschrift van een arts. 2 Training 2a Inzichtgevende gesprekken voeren over het ondernemen van rustgevende activiteiten vóór het slapen, zoals het lezen van ontspannende literatuur, het nemen van een douche of het drinken van een beker warme melk. 3 Beoordeling 3a Observeren en rapporteren van het slaap-waakpatroon. 3b Observeren en rapporteren van de werking van medicatie. 4 Management van persoonlijke zorg 4a Creëren van een rustige en veilige omgeving 's nachts. |